Vakbonden en werkgevers hebben het sociaal akkoord goedgekeurd voor 2019-2020 dat werd afgesloten voor de arbeiders in de bouwsector en metaalbouw. De zowat 150.000 werknemers uit de bouw kunnen genieten van nieuwe voordelen inzake loon, arbeidsvoorwaarden en mobiliteit. Zowat 117.000 arbeiders uit de metaalbouw krijgen op 1 juli een loonsverhoging van 3,05 procent.
De belangrijkste voordelen hebben volgens de bonden betrekking op de verhoging van de brutolonen met 1,1 procent vanaf 1 juli 2019 en op de syndicale premie. Ook werd de verlenging bekomen van het SWT-systeem en van de eindeloopbanen tot 31/06/2021.
De vergoeding voor mobiliteit zal verhoogd worden met 20 procent. Een tussencategorie - chauffeur zonder passagier - ziet eveneens het licht: de betrokken chauffeurs zullen voortaan een passagiersvergoeding krijgen ter waarde van 5 procent. Werknemers die meer dan 43.000 km per jaar afleggen kunnen genieten van ‘mobiliteitsverlof’, meldt ABVV.
Ook voor de werkgevers bevat het akkoord interessante bepalingen, zoals de versterking van het bouwvakonderwijs, peterschapstrajecten voor nieuwe arbeidskrachten, meer fiscaalvriendelijke overuren, waaronder nog extra uren voor de wegenbouwers, en de mogelijkheid om per dag gedurende 9,5 uren te werken in plaats van 9 uren nu”.
Vakbonden en werkgevers uit de metaalbouwsector ondertekenden deze week een nationaal akkoord. Als gevolg stijgen de lonen op 1 juli met 1,1 procent, zoals ook is afgesproken in het interprofessioneel akkoord. Daarbij komt ook een indexaanpassing, die is geraamd op 1,95 procent.
De minimumlonen in de sector stijgen de komende jaren gegarandeerd. Tot 2026 zal automatisch minstens de loonmarge van het interprofessioneel akkoord en de index worden toegepast, zonder dat daar nog moet worden onderhandeld.
